top of page

Deel 5: Wat voetbal met mij doet

  • Foto van schrijver: Koen van Veen
    Koen van Veen
  • 2 jul
  • 9 minuten om te lezen

Waarom we zo gek doen als het op voetbal aankomt? Dat begint allemaal bij dat eerste doelpunt dat je maakt in de F-jes, die eerste keer als kampioen op de platte wagen, die bal op je bevroren oor als je met -6ĀŗC op het veld staat, die eerste keer dat je het met een tegenstander of de scheids aan de stok krijgt, het ā€˜wij tegen iedereen’-gevoel dat je met je team creĆ«ert.Ā 


Voetbal is voor velen vormend voor de rest van hun leven, ook als ze niks (meer) met de sport hebben. Het voetbalveld is waar karakters gevormd worden, vriendschappen gesloten en levenslessen geleerd. Het is een universumpje op zich, maar allesbepalend voor de rest van je leven.Ā 


Spandoek met Wat dat met mij doet?!

Wat het met mij doet?!

Ik kan hier wel bus opwachtende PSV’ers uitlachen, met geleende feiten het wetenschappertje uithangen en proberen ā€œde voetbalsupporterā€ terug te brengen tot een hapklare definitie, maar ik moet ook naar mezelf kijken. Wat doet voetbal eigenlijk met mij?Ā 


Mijn hele leven draait om voetbal. Een profvoetballer kan zonder blikken of blozen zeggen dat hij zijn hele leven aan het voetbal te danken heeft. Maar ook ik heb er toch een heel groot deel van mijn leven aan te danken. Voetbal was mijn jeugd, mijn teamgenoten mijn vrienden, profvoetballers mijn voorbeelden.Ā 


Dat begon op straat, waar dagenlang gevoetbald werd, al mocht/wilde ik in eerste instantie nog niet meedoen. We hadden er in ieder geval de ideale buurt voor, met paaltjes die parkeerplaatsen markeerden, perfect om als doeltje te gebruiken. En nog belangrijker: buren die bereid waren om hun auto speciaal voor ons te verplaatsen, hun mooie heg te offeren aan onze steeds harder wordende schoten en de bal vanuit hun achtertuin terug de schutting over te gooien.Ā 


Dagen op straat werden gevuld met afvalracejes, ā€˜erin en eruit’ en later tienen (ook op straat werden omhaals gemaakt). Als het weer zelfs voor ons te slecht was, werden er voetbalspelletjes op de Nintendo van de buurjongen gespeeld, of later op de Playstation bij ons thuis.Ā 


Niet veel later, vanaf mijn 7e, kwam daar ook Ć©cht voetbal bij. Mijn eerste voetbalschoenen werden nog overgenomen van iemand anders (zwarte Diadora’s met een groen logo als ik het mij goed herinner). De amateurclub waar ik terechtkwam was dezelfde als waar mijn broer al speelde. Alles en iedereen was eng, maar teamgenootjes werden al snel vrienden. De amateurclub was ook de plek waar Toon rondliep, zoals er bij elke club een Toon rondliep.Ā 


Het was een tijd en een plek waar je altijd nog de penalty’s na de wedstrijd had - kon je toch nog scoren als je dik verloren had. Ik werd gehard door te spelen tegen kampianen (sorry voor het woord), boeren die twee koppen groter waren dan ik en granieten jongens met een schokkend overgewicht voor hun leeftijd.Ā 


Op zondag werd er vaak ā€˜gekeken’ bij de wedstrijd van mijn vader, maar dat bestond vooral uit zelf voetballen op een brede strook gras langs het hoofdveld (het enige veld). Met uiteraard een Mars of zakje chips na afloop, als beloning.Ā 


Alles draaide om voetbal, ik kende de selectie van Twente uit mijn hoofd, en eigenlijk nagenoeg elke selectie in Nederland (bedankt VI Seizoensgids en FIFA/PES). Ik schreef brieven aan voetbalclubs en voetballers om handtekeningen te jagen, zonder daarvoor de deur uit te hoeven. Zakgeld ging op aan Panini-plaatjes, ā€˜seizoenskaarten’ voor Online Soccer Manager en neppe voetbalshirtjes op vakantie. Snelle Jelles (de boeken) werden binnen no-time verslonden, in stripboeken had ik niet bijster veel interesse, behalve als het de Wondersloffen van Sjakie was. Studio Spaan was mijn favoriete programma, al kende ik de helft van de mensen die ze imiteerden niet.Ā 


Op zondagochtend keken we bij mijn oma Match of the Day en daarna op SBS de samenvattingen van de eerste divisie. Zondagavond zaten we (niet met het bord op schoot) ook klaar om ons te laten verrassen door de Eredivisiesamenvattingen. Toen kon je nog naar Studio Sport kijken zonder dat je de uitslagen wist - opa spreekt.Ā 


Op zaterdagmiddag keken we met mijn vader mee naar Sportschau. Fallrückziehers en eindeloze herhalingen van doelpunten. Van Eurogoals kenden we de programmering niet, dus daarom zapten we maar zo vaak mogelijk langs Eurosport in de hoop dat er goals te zien waren uit Frankrijk, Italië, Spanje of nog exotischer oorden. 


Er zullen weinig kinderen zijn geweest die zoveel naar Teletekst keken als mijn broer en ik. Ook van de BBC, ZDF en Sporza kenden we de pagina’s voor de tussenstanden en het voetbalnieuws uit ons hoofd. Toen internet ook in huize van Veen beschikbaar was (inbelverbinding) werden de voetbalnieuwssites en Online Soccer Manager dagelijks geraadpleegd. Op vakantie moesten we het doen met het Algemeen Dagblad van twee dagen geleden, om zo op de hoogte te blijven van al het transfernieuws, of we probeerden wijs te worden uit de grote koppen in La Gazzetta dello Sport.Ā 


Ik deed extra mijn best als ik zag dat Eddy Achterberg (destijds nog scout bij Twente) buiten de omheining stond te kijken bij onze training. Ik deed zelfs extra mijn best in de warming-up als ik doorhad dat de trainer van een hoger team eraan kwam (die jongen die zo goed kan hakkebillen, die moeten we hebben). Ik visualiseerde mijn wedstrijden al ver voordat Wout Weghorst dat deed (maar dan zonder kruisjes in mijn oren). Ik schreef wedstrijdverslagen en publiceerde die ook op mijn Freewebs-pagina (met de Champions League-tune als achtergrondmuziek op de pagina).Ā 


Op vroege leeftijd waren veel van mijn vriendschappen al voetbalgerelateerd, maar later werd dit alleen nog maar meer. In de puberjaren wordt je voetbalteam je vriendengroep. Je wordt langzaamaan volwassen en gaat voor het eerst uit, nadat je in de kantine al een paar biertjes hebt gedronken. Met deze groep ben ik nog steeds bevriend, al wordt er weinig meer gevoetbald.


Topografie was een eitje voor me, omdat ik alle clubnamen in Europa kende. Mijn eerste woorden in het Engels en in het Duits waren voetbaltermen. Op het veld leerde je onbewust samen te werken en te communiceren. Op vakantie was taal überhaupt niet nodig, de bal was voldoende. 


En ook nu nog is voetbal altijd in meer of mindere mate onderdeel van mijn vakanties. Ik ga niet meer voetballen met onbekenden (al hoop ik toch altijd dat die bal een keer mijn kant op komt als ik op het strand lig), maar ik kom zelden thuis zonder een stadion of wedstrijd te hebben gezien, een shirtje te hebben gekocht of toch op zijn minst met een taxichauffeur over voetbal te hebben gepraat. Blijft toch de aard van het beestje.Ā 


Bij mijn ouders aan de muur hangen foto’s van mijn broer en mij met Youri Mulder en Jan Vennegoor of Hesselink. Prominenter aanwezig dan andere familiefoto’s. Ik heb op mijn 28e als een klein kind zo blij, heel plechtig een Argentijn de hand geschud die bij de Argentijnse bond werkte: one handshake away from Maradona. Mijn knuffels hadden namen als Taribo (West) en Clarence (Seedorf). Als puber liep ik rond met een shirt met het gezicht van Johan Cruijff erop en was ik plots ā€˜fan’ van PelĆ©, omdat ik een clipje met zijn mooiste goals had gezien.Ā 


Ik kan me ook oprecht verheugen op een wedstrijd, zelfs als ik naar een wedstrijd ga van een club die ik niet support. Geen geluid mooier dan de opbouw naar een goal. Hoe heerlijk is het als er bij een 1-1 stand in de laatste minuut, op de counter, eerst gemist wordt en dan in de rebound raak geschoten wordt. Het rumoer als de counter begint, het gejuich dat al half wordt ingestart voordat de eerste kans gemist is, dan de ā€˜ooh’ van teleurstelling, gevolgd door die ā€˜jaaaa’ bij de benutte rebound. En dan ā€˜limbs’ op de tribune - laat het maar aan Engelsen over om die sensatie in 1 woord te vatten. Limbs: ledematen. Van gekkigheid niet meer weten wat je met je armen aan moet. Dat is wat het met mensen doet, dat is wat het met mij doet.Ā 


Zit ik depressief thuis na een nederlaag? Nee. Ben ik in staat om boos een spelersbus op te wachten? Zeker niet. Zou ik huilen bij een nieuw kampioenschap van Twente? Kleine kans. Maar eens in de twee weken sta ik toch hardop kankerend of hartstochtelijk juichend op de tribune. En als ik thuis op de bank kijk, vliegen de come on’s en godverdommes door de woonkamer.Ā 


Ik voetbal zelf niet meer, maar een steentje op straat wordt nog steeds voor een seconde omgetoverd tot bal. Dat steentje moet al dribbelend naar een put worden gebracht of met buitenkantje rechts naar voren gekeild worden. Die onderbroek moet met een lobje de wasmand ingewerkt worden. Een bolletje sokken (of hoe noem je dat op een niet-burgerlijke manier) wordt toch het liefst nog opgegooid en op de volley de gang doorgetrapt. Tijdens een potje padel wordt de bal niet van de grond geraapt, maar met de voet opgewipt.Ā 


De agenda wordt afgestemd op voetbal - voor wedstrijden van Twente is het geoorloofd iets af te zeggen, voor andere mooie wedstrijden kan altijd nog sneaky een smoes worden bedacht. Mijn boekenkast staat vol met voetbalboeken, mijn Spotify wordt gedomineerd door voetbalpodcasts.Ā 


Ik categoriseer mensen nog steeds op basis van de wetten van de voetbalkleedkamer. De hiërarchie die daar heerst, die heerst ook in de rest van de wereld, maar dan minder duidelijk afgekaderd. Voor wie de kleedkamerwetten en -rites niet kent, pech gehad, je krijgt van mij gewoon een plekje toebedeeld in de denkbeeldige kleedkamer. 


Als me wordt gevraagd waar ik trots op ben, verzin ik altijd maar iets sociaal wenselijks. Terwijl ik eigenlijk mijn mooiste goals wil noemen. Voor een speler met mijn beperkte kwaliteiten zijn dat toch de dingen die blijven hangen. Al die wedstrijden waarin ik ploeterend een zesje haalde (of slechter) verbleken in mijn herinnering bij die paar prachtgoals die ik al dan niet per ongeluk maakte (er doemt ook nog een herinnering op aan een wedstrijd waarin ik de bal al hooghoudend over de zijlijn liep - dat had mijn Richard Witschge-moment kunnen zijn, maar helaas).Ā 


Maar ze bleven hangen, een goal in de F-jes die ik maakte omdat ik bij de zijlijn mijn veters liet strikken en daarom ongemerkt helemaal vrij stond en de bal langs de keeper kon schieten. Een wedstrijd in de E-tjes waarbij ik twee identieke goals maakt door uit een corner de bal met rechts aan te nemen en met links binnen te schieten. Een kopbal in de D-tjes, die ik maar op mijn hoofd liet vallen, omdat ik wist dat ik die bal nooit goed aan kon nemen (ik kopte ā€˜m Ć  la Kluivert tegendraads in, maar daar zat geen enkel voetbalvernuft achter). Een als voorzet bedoelde bal die de kruising in zeilde en tot slot als hoogtepunt mijn Puskas Award-waardige goal in de A1: een goal die ik 3000x zou kunnen proberen te reproduceren zonder succes.Ā 


De Esch A1-uit, op mijn verjaardag. Ik speelde zoals ik zo vaak speelde, een nipte voldoende. Een corner werd half weggewerkt, ik kreeg ā€˜m met een stuit voor mijn zwakke linker, maar een teamgenoot liep vanuit de zestien achter diezelfde bal aan en maakte geen aanstalten aan de kant te gaan. Dus in plaats van vol op de pantoffel, raakte ik de bal half op de buitenkant. De bal viel vervolgens als een crashende luchtballon in de kruising. Voor ƩƩn middag waande ik me de Ronaldinho van de Lage Landen, maar dan met een normaal gebit. De rest van de wedstrijd raakte ik overigens geen knikker en in alle jaren daarna maakte ik nog maar ƩƩn schamel doelpuntje. Maar dit is waar ik nog steeds trots op ben.Ā 


Dus ja, wat dat met mij doet?


Toch wel meer dan een volwassen man normaal gesproken toe wil geven. En ik durf te wedden dat er zo nog vele tienduizenden mannen en vrouwen in Nederland rondlopen voor wie het net zoveel of misschien zelfs nog meer betekent.Ā 


Ik hoop dan ook dat dit herkenbaar is - anders wordt het misschien toch tijd dat er hier een busje met mannen in lange witte jassen voor komt rijden. Who knows..


Mocht dat busje niet voor komen rijden, dan volgt hier binnenkort het laatste deel van de reeks 'Wat dat met mij doet?!'.


Voor nu: Lees-, kijk- en luistertips:


Een ode aan het amateurvoetbal - KNVB

Er valt genoeg aan te merken op de KNVB, maar dit hebben ze prachtig gedaan. Het amateurvoetbal gevat in een video van 6 minuten. Herkenbaar voor iedereen die voetbalt of gevoetbald heeft.


Adriano, ja de Adriano, leeft nu weer zoals hij vroeger leefde en zoals hij het liefst leeft: in de Favela's, bier drinkend en hele dagen voetballend. In dit verhaal vertelt hij zelf hoe hij nu leeft en wat voetbal voor hem betekent en betekend heeft.

Adriano - letter to my favela

De geur van gras - Boudewijn Smid & Vincent Breij

Handboek voor de amateurvoetballer. Over hoe je jezelf (niet) voor schut zet en nog veel meer herkenbaars. Lees ā€˜m deze zomervakantie, zodat je goed voorbereid bent op weer een jaar ploeteren op bijvelden in de provincie.

ree

Football Culture - A Culture, not a Brand

Deze mensen snappen wat voetbal is. Cultuur, geen commercie. Van kantines en gehaktballen tot Maradona en ultracultuur. Zelfbenoemd cultuurbewakers en van mij mogen ze die cultuur nog wel wat langer bewaken.


Opmerkingen


bottom of page